Architectuur: het Stedelijk landschap.

   
                                          Het Stedelijk Landschap

Vragen en opdrachten

A       Voor het kijken Documentaire Het Stedelijk Landschap Kunstlicht, schooltv teleac

 1. Hoe ziet jou leefomgeving eruit? Beschrijf het huis, de straat en de wijk waar je in woont. Geef daarbij aan wat de positieve en wat de negatieve kanten van die leefomgeving zijn.

.......................................................................................................................................................

Ik woon in een rijtjeshuis in Leiden, niet ver van de stad. De huizen in mijn straat zijn niet zo groot maar we hebben wel een leuke tuin. Aan het einde van mijn straat is een park en als je 2 minuten fietst ben je in Cronesteyn, dit is een groot park. In mijn straat wonen veel kinderen, er is dan ook een grote speeltuin in de buurt, dit vind ik een positief punt. Een negatief punt is dat er aan de andere kant van mijn straat een pleintje is waar vaak jongeren hangen.   

.......................................................................................................................................................

2. Geef een beschrijving van je droomhuis en de plek waar dat zou moeten komen te staan. Leg uit of dat volgens jou over 15 jaar nog tot de mogelijkheden behoort in Nederland.

.......................................................................................................................................................

Mijn droomhuis zou zijn bij het strand en ook in de natuur. Het moet een groot en luxe huis zijn. De stad moet ook niet te ver weg zijn. Het lijkt mij wel leuk om in een warm land te wonen maar als ik in Nederland zo’ n droomhuis kan vinden vind ik het ook prima! Ik denk dat dit wel mogelijk is in Nederland over 15 jaar, want er worden in Nederland steeds meer en grotere huizen gebouwd. Soms kan je ook je eigen huis bouwen. Het enige wat mij zou kunnen tegenhuiden is geld. Om een groot en luxe huis te kopen heb je veel geld nodig. .......................................................................................................................................................

Nederland:

Een permanent gevecht tussen stad en platteland. Stedelijke groei vooral in Utrecht. De getinte gebieden geven de toename van het oppervlak voor stedelijk gebruik aan. De roei is groter naarmate het gebied een donkerder tint heeft. Stedelijke groei is een optelsom van de nieuwbouw van woningen en bedrijventerreinen. Bij de donkere vlekken aan de Moerdijk, rond Vlissingen, Middelburg en Terneuzen gaat het ook om nieuwe haventerreinen

3. Bekijk onderstaande afbeelding aandachtig. Hoe denk je dat Nederland er over 50 jaar uit zal zien ? Denk daarbij niet alleen aan hoe de huizen eruit zien, maar ook hoe en of er nog dorpen en steden zullen zijn, wat de rol van de natuur is, en hoe de infrastructuur van Nederland eruit ziet.

............................................................................................................................................................................

Ik denk dat Nederland over 50 jaar nog zwarter is. Ik denk dat Nederland nog dichter word gebouwd en dat soms steden en dorpen samen komen omdat het gebied ertussen helemaal word dicht gebouwd. Ik denk dat er ook wel natuur blijft bestaan in Nederland maar wel veel minder dan nu en een paar jaar geleden.  Ik denk ook dat de infrastructuur nog beter word en dat je over 50 jaar overal heen kan met de auto. .......................................................................................................................................................

B       Tijdens het kijken:

4. In het programma wordt uitgelegd wat de Woningwet is. Inventariseer op welke manier er daarna met de inrichting van Amsterdam is omgegaan. Wat concludeer je daaruit ?

.......................................................................................................................................................

De woningwet is ontstaan uit een noodsituatie, mensen leefde in te weinig en slechte ruimtes. De wet houd in: iedereen heeft een goede en gezonde woonomgeving. De woningen werden voortaan volgens de woningwet gebouwd, zodat niemand meer in een ongezonde leefomgeving woonde.  ......................................................................................................................................................

5. Leg uit wat volgens Liesbeth van de Pol een architect voor iemand is.

.......................................................................................................................................................

Een architect is een maker, eken bedenker en een fantast. Het doel van architecten is mensen te fascineren. .......................................................................................................................................................

 6. De architect Carel Weber heeft het over het (ge) wilde wonen. Vergelijk de door diverse architecten ontworpen woningen uit Almere die getoond worden met de 'wilde' woningen van Weber. Komen volgens jou de ideeën van Weber in zijn woningen tot uitdrukking ? Betrek de woningen van Carel Weber en de andere architectuur uit Almere in je antwoord.

.......................................................................................................................................................

Wilde woningen zijn woningen de worden gebouwd en ontworpen worden door de bewoners (het bouwen van onder naar boven). Gewilde woningen word ontworpen door de architect maar de macht van het bouwen licht nog steeds in de handen van de regering (het bouwen van boven naar onder). De ideeën van Weber komen niet echt tot uiting in zijn woningen, hij heeft alleen de buitenkant ontworpen. Voor de rest heeft hij niks te zeggen over de bouw. .......................................................................................................................................................

7. Bart Reuser heeft een eigen kijk over hoe het met Nederland verder moet. Bekijk en beluister goed wat hij daarover zegt. Hoe vind je zelf dat het verder moet met de inrichting van Nederland?

.......................................................................................................................................................

Bart vind dat je de contrasten in Nederland groter moet maken. Dus hij wilt het verschil tussen bereikbaar en niet bereikbaar groter maken.  Ik vind dat de groene gebieden die er nog zijn in Nederland groen moeten blijven. Voor de rest vind ik dat er al genoeg wegen zijn om te reizen door Nederland. Ik vind dus dat er niet meer zoveel gebouwd moet worden. .......................................................................................................................................................